4. Processen met hoofd- en deelprogramma's
4.1 Doel
Zie handboek
4.2 Soorten deelprogramma's
Programma met terugkerend deelprogramma
Instap 6 en in stap 24 van het hoofdprogramma wordt telkens het deelprogramma
(sequentie 50 tot 56) uitgevoerd.
Als de laatste stap (56)van het deelprogramma is uitgevoerd, zal
het hoofdprogramma verder evolueren. De
overgangsvoorwaarde na stap 6 en na stap 24 is daarom X 56.“X”
duidt er op dat de overgangsvoorwaarde een stap is die actief moet zijn.
De asterix (*) bij de overgangen in
het hoofdprogramma dienen geplaatst te worden om aan te duiden dat er in dat programma op andere plaatsen, dezelfde overgangen staan. We noemen dit gemerkte overgangen.
Programma met verschillende deelprogramma's
Klik op de vorige figuur om de figuur te vergroten .
Als stap 1 van het hoofdprogramma actief is, wordt het eerste deelprogramma
gestart. De startvoorwaarde in het eerste deelprogramma is: stap 1 van het hoofdprogramma moet toestand 1
hebben (X1).
De laatste stap in het eerste deelprogramma (18)
doet het hoofdprogramma verder evolueren ( X18). We komen in stap 2
van het hoofdprogramma. Die stap doet het eerste deelprogramma in zijn rusttoestand komen.
Stopcyclus
als afzonderlijk deelprogramma
In voorbereiding
Oefening
XXXXXXXXX